De prejudiciële vragen hebben betrekking op de bestaanbaarheid van artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001, houdende bekrachtiging van deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere bepalingen van de Grondwet of met algemene rechtsbeginselen, in zoverre dat artikel 131 tot doel of tot gevolg zou hebben dat voor de Raad van State hangende geschillen op beslissende wijze worden beïnvloed.
Die präjudiziellen Fragen beziehen sich auf die Vereinbarkeit von Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. März 2001, der Teil XII des königlichen Erlasses vom 30. März 2001 zur Festlegung der Rechtsstellung des Personals der Polizeidienste bestätigt, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen Verfassungsbestimmungen oder mit allgemeinen Rechtsgrundsätzen, insoweit dieser Artikel 131 darauf abzielen würde bzw. zur Folge hätte, dass vor dem Staatsrat anhängige Streitsachen in entscheidender Weise beeinflusst werden.