21. stelt vast dat het WTO-stelsel voor het bijleggen van geschillen bijzonder doelmatig is; dringt echter aan op meer doorzichtigheid in de WTO-procedures voor het bijleggen van geschillen waarin de parawettelijke aard doorklinkt van de panelprocedures; pleit voor de instelling van een amicus curiae voor de landen die niet het hoofd kunnen bieden aan de problemen in verband met een procedure voor het bijleggen van geschillen; stelt voor dat de procedure voor het bijleggen van geschillen verder moet worden ontwikkeld overeenkomstig de internationale handelsjurisdictie, door het mogelijk te maken financiële vergoeding op te leggen ingeval de besluiten van het panel niet worden nageleefd;
21. stellt fest, dass das Streitbeilegungssystem der WTO in den meisten Fällen wirksam ist; fordert allerdings größere Transparenz der WTO-Streitbeilegungsverfahren, die die paralegale Natur der Panel-Verfahren zum Ausdruck bringen würde; befürwortet die Einführung eines amicus curiae für die Länder, die die Herausforderungen im Zusammenhang mit einem Streitbeilegungsverfahren nicht bewältigen können; empfiehlt, die Streitbeilegung weiter hin zu einer internationalen Handelsrechtsprechung zu entwickeln, indem gestattet wird, finanzielle Ausgleichszahlungen im Falle einer Nichterfüllung der Panel-Entscheidungen zu verhängen;