Wanneer een niet-Europese zender krachtens de criteria in de richtlijn valt onder de bevoegdheid van een lidstaat, is het in eerste instantie de taak van de desbetreffende nationale autoriteiten om ervoor te zorgen dat de uitzendingen van deze zender voldoen aan de regels van de richtlijn, met name het verbod op het aanzetten tot haat op grond van ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit.
Sofern ein Fernsehveranstalter von außerhalb der EU gemäß den durch die Richtlinie festgelegten Kriterien der Rechtshoheit eines Mitgliedstaats unterliegt, ist es zunächst einmal die Aufgabe der betreffenden einzelstaatlichen Behörden, dafür Sorge zu tragen, dass die Sendungen dieses Fernsehveranstalters im Einklang mit den Bestimmungen der Richtlinie stehen, vor allem mit dem Verbot der Aufstachelung zu Hass aufgrund von Rasse, Geschlecht, Religion oder Nationalität.