7. ziet de door Iran aan de dag gelegde bereidheid om over mensenrechten te spreken als een positieve ontwikkeling met het oog op de normalisatie van de relatie tusse
n de EU en Iran, en verwacht dat in het verlengde daarvan de individuele rechten bij strafprocessen alsmede de rechten van minderheden, niet langer met een beroep op de nationale veiligh
eid terzijde worden gesteld; verwacht verbeteringen, vooral wat betreft de vrijlating van gewetensgevangenen en de naleving van internationale normen voor een behoorlijk proces, de afscha
...[+++]ffing van bijzondere rechtbanken, zoals de revolutionaire rechtbanken en persrechtbanken en het speciale gerecht voor geestelijken, voor overtredingen die ook binnen het kader van de normale rechtspraak kunnen worden behandeld, de vrijheid van geloof voor alle religies (en niet alleen die welke in de Grondwet worden erkend) en de afschaffing van de doodstraf; 7
. betrachtet die vom Iran angedeutete Bereitschaft, Menschenrechtsfragen zu erörtern, als positive Entwicklung im Hinblick auf eine Normalisierung der Beziehungen zwischen der EU und dem Iran und erwartet, dass infolgedessen die Individualrechte bei Strafprozessen ebenso wie Minderheitenrechte z.B. künftig nicht unter Berufung auf die nationale Sicherheit des Landes verweiger
t werden; erwartet Verbesserungen insbesondere im Zusammenhang mit der Freilassung von politischen Gefangenen und der Einhaltung internationaler Standards für einen fairen Prozess,
...[+++]dem Verbot der Folter, der Abschaffung von Sondergerichten, wie z.B. der Revolutions- und Pressegerichte und des Sondergerichtshofs für Geistliche, für Delikte, die im normalen gerichtlichen Rahmen behandelt werden können, der Glaubensfreiheit für alle Religionen (nicht nur der in der Verfassung anerkannten) und der Abschaffung der Todesstrafe;