Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "gestelde vraag klaarblijkelijk niet nuttig " (Nederlands → Duits) :

Volgens de Ministerraad zou het antwoord op de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet nuttig zijn voor de beslechting van het bodemgeschil, vermits de artikelen 1792 en 2270 van het Burgerlijk Wetboek op dat geschil klaarblijkelijk niet van toepassing zouden zijn.

Nach Auffassung des Ministerrates sei die Antwort auf die Vorabentscheidungsfrage offensichtlich nicht sachdienlich zur Beurteilung der Streitsache im Ausgangsverfahren, da die Artikel 1792 und 2270 des Zivilgesetzbuches offensichtlich nicht auf diese Streitsache anwendbar seien.


Volgens de Ministerraad zou de gestelde vraag klaarblijkelijk niet nuttig zijn om het aan de verwijzende rechter voorgelegde geschil te beslechten.

Nach Auffassung des Ministerrates sei die gestellte Frage offensichtlich nicht zweckdienlich zur Lösung der dem vorlegenden Richter unterbreiteten Streitsache.


Het Hof zou zich overigens enkel van een antwoord op de gestelde vraag kunnen onthouden indien het antwoord op die vraag klaarblijkelijk niet nuttig zou zijn voor de oplossing van dat geschil.

Der Gerichtshof könnte im Übrigen nur auf die Beantwortung der ihm gestellten Frage verzichten, wenn die Antwort auf diese Frage offensichtlich nicht zur Lösung dieser Streitsache sachdienlich ist.


Enkel wanneer het antwoord klaarblijkelijk niet nuttig is om het geschil te beslechten, met name omdat de in het geding zijnde normen klaarblijkelijk niet erop van toepassing zijn, vermag het Hof te beslissen dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, wat te dezen niet het geval is.

Nur wenn die Antwort offensichtlich nicht sachdienlich ist, um über die Streitsache zu urteilen, insbesondere weil die in Rede stehenden Normen offensichtlich nicht darauf anwendbar sind, darf der Gerichtshof entscheiden, dass die Vorabentscheidungsfrage keiner Antwort bedarf, was in dieser Sache nicht zutrifft.


Gezien de voor het Hof aangebrachte elementen, maakt de omstandigheid dat de nummerplaat, waarvan de bestuurder houder is, op het ogenblik van de met de flitspaal gedane vaststelling niet was aangebracht op het voertuig waarvan hij de eigenaar is en waaraan die inschrijving werd toegekend, maar op de vervangwagen die hij bestuurde, het niet mogelijk te oordelen dat de vraag klaarblijkelijk niet nuttig is om het ...[+++]

In Anbetracht der vor dem Gerichtshof angeführten Elemente kann aufgrund des Umstands, dass das Nummernschild, dessen Inhaber der Fahrer ist, zum Zeitpunkt der mit Hilfe eines automatischen Radars vorgenommenen Feststellung nicht an dem Fahrzeug angebracht war, dessen Eigentümer er ist und auf das sich die Zulassung bezieht, sondern an dem von ihm gelenkten Ersatzfahrzeug, nicht geurteilt werden, dass die Frage zur Lösung der Streitsache, mit der der vorlegende Richter befasst ist, offensichtlich nicht zweckdienlich ist.


« Schendt artikel 1253ter/5, in fine, van het Gerechtelijk Wetboek (namelijk het derde lid met betrekking tot partnergeweld), dat de feitelijk samenwonenden uitdrukkelijk van het toepassingsgebied ervan uitsluit, niet met name de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, in een feitelijke context waarin de bodemrechter, bij wie concurrerende vorderingen zijn ingesteld om, gedurende de tijd dat de verrichtingen van vereffening-verdeling plaatsvinden, het genot van het gebouw in onverdeeldheid toegewe ...[+++]

« Verstößt Artikel 1253ter/5 in fine des Gerichtsgesetzbuches (und zwar Absatz 3 bezüglich der partnerschaftlichen Gewalt), der die faktisch Zusammenwohnenden ausdrücklich von seinem Anwendungsbereich ausschließt, insbesondere gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit anderen, überstaatlichen Gesetzesbestimmungen wie der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er in einem faktischen Rahmen, in dem der Tatsachenrichter, bei dem konkurrierende Anträge auf Zuweisung der Nutzung der ungeteilten Immobilie während der Zeit der Durchführung der Auseinandersetzung und Verteilung anhängig gemacht wurden, für die er sich ausdrücklich für zuständig erklärt (was jede Auslegung der ...[+++]


Enkel wanneer het antwoord klaarblijkelijk niet nuttig is om het geschil te beslechten, kan het Hof beslissen dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft.

Nur wenn die Antwort der Lösung des Streitfalls offensichtlich nicht dienlich ist, kann der Gerichtshof entscheiden, dass die Vorabentscheidungsfrage keiner Antwort bedarf.


Zoals de Ministerraad opmerkt, is het antwoord op de gestelde prejudiciële vraag voor het oplossen van het geschil dat het verwijzende rechtscollege moet beslechten, klaarblijkelijk slechts nuttig in zoverre die vraag betrekking heeft op de situatie van een rechtspersoon die de handelshuurder uit een onroerend goed wenst te zetten om het in gebruik te laten nemen door een feitelijke vereniging waarmee die rechtspersoon « nauwe banden » heeft.

Wie der Ministerrat bemerkt, ist die Antwort auf die Vorabentscheidungsfrage zur Lösung der Streitsache, die das vorlegende Rechtsprechungsorgan beurteilen muss, eindeutig nur sachdienlich, insofern diese Frage sich auf die Situation einer juristischen Person bezieht, die den Geschäftsmieter zur Räumung der Immobilie zwingen möchte, um sie durch eine faktische Vereinigung, mit der die juristische Person « eng verbunden » ist, nutzen zu lassen.


Op 24 maart 2011 hebben de rechters-verslaggevers P. Nihoul en E. De Groot, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet tot de ...[+++]

Am 24. März 2011 haben die referierenden Richter P. Nihoul und E. De Groot in Anwendung von Artikel 71 Absatz 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof den Vorsitzenden davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem in beschränkter Kammer tagenden Hof vorzuschlagen, ein Urteil zu verkünden, in dem festgestellt wird, dass die präjudizielle Frage offensichtlich nicht in die Zuständigkeit des Hofes fällt.


Op 27 maart 1996 hebben de rechters-verslaggevers R. Henneuse en L.P. Suetens, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de organieke wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat de door de voorzitster van de Raad voor de Mededinging gestelde prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet tot de bevoegd ...[+++]

Am 27. Marz 1996 haben die referierenden Richter R. Henneuse und L.P. Suetens gemass Artikel 71 Absatz 1 des organisierenden Gesetzes den Vorsitzenden davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem in beschrankter Kammer tagenden Hof vorzuschlagen, ein Urteil zu verkunden, in dem festgestellt wird, dass der Hof offensichtlich nicht zustandig ist, uber die von der Vorsitzenden des Wettbewerbsrates gestellte prajudizielle Frage zu befinden.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'gestelde vraag klaarblijkelijk niet nuttig' ->

Date index: 2021-09-21
w