Wanneer de lidstaten voorts opteren voor een beheersmodel waarbij de gesubsidieerde breedbandinfrastructuur alleen wholesaletoegangsdiensten aan derden aanbiedt en geen retaildiensten, wordt de mogelijke vervalsing van de mededinging nog verder beperkt, aangezien een dergelijk model voor het beheer van een netwerk helpt om mogelijk complexe kwesties in verband met afbraakprijzen en verborgen vormen van toegangsdiscriminatie te voorkomen.
Entscheiden sich die Mitgliedstaaten für ein Bewirtschaftungsmodell, in dem die geförderte Breitbandinfrastruktur Dritten Zugang nur zu Diensten auf Vorleistungsebene und nicht auf Endnutzerebene gewährt, werden die voraussichtlichen Wettbewerbsverzerrungen zudem weiter verringert, da solche Netzbewirtschaftungsmodelle geeignet sind, potenziell komplexe Problematiken wie Verdrängungspraktiken und verdeckte Formen der Diskriminierung bei der Gewährung des Netzzugangs zu vermeiden.