De bevoegde autoriteiten van de lidstaten voeren op regelmatige basis controles uit, met inbegrip van controles ter plaatse of op grond van door derden geuite gegronde bezwaren, om zich ervan te vergewissen dat de toezichthoudende organisaties nog steeds aan de in lid 1 vastgestelde eisen voldoen.
Die zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten führen Kontrollen einschließlich Audits vor Ort, in regelmäßigen Abständen oder auf Grund von begründeten Anliegen Dritter durch, um die Einhaltung der Anforderungen gemäß Absatz 1 durch die Überwachungsorganisation zu überprüfen.