2. In afwijking van het in lid 1 vastgestelde verbod kan volgens de procedure van artikel 89, lid 2, worden besloten specifieke maatregelen te nemen ten aanzien van gevaccineerde ziektegevoelige dieren die worden gehouden in een dierentuin en deelnemen aan een programma voor natuurbehoud, of die worden gehouden in inrichtingen voor dierlijke genetische hulpbronnen die door de bevoegde autoriteiten zijn opgenomen in de lijst van fokcentra voor dieren die noodzakelijk zijn voor het voortbestaan van een ras, met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van de diergezondheidscode van het OIE.
(2) Abweichend von dem Verbot des Absatzes 1 kann gemäß dem in Artikel 89 Absatz 2 genannten Verfahren beschlossen werden, spezielle Maßnahmen für geimpfte Tiere empfänglicher Arten zu treffen, die in zoologischen Gärten gehalten werden und Teil eines Programms zur Erhaltung wild lebender Pflanzen und Tiere sind oder die in Einrichtungen für Nutztierressourcen gehalten werden, welche von den zuständigen Behörden als Nukleusherde zu Zuchtzwecken, bestehend aus für das Überleben der Rasse unverzichtbaren Tieren, verzeichnet wurden, vorbehaltlich einschlägiger Bestimmungen des Tiergesundheitskodex des Internationalen Tierseuchenamts.