36. betreurt het feit dat jongeren in bepaalde lidstaten nog steeds worden vervolgd en tot gevangenisstraffen worden veroordeeld omdat het recht om de militaire dienst op grond van gewetensbezwaren te weigeren nog steeds niet voldoende wordt erkend, en verzoekt de lidstaten een einde te maken aan de vervolging en discriminatie van gewetensbezwaarden;
36. bedauert, dass junge Menschen in einigen Mitgliedstaaten immer noch verfolgt und zu Gefängnisstrafen verurteilt werden, weil das Recht auf Wehrdienstverweigerung noch nicht hinreichend anerkannt ist, und fordert die Mitgliedstaaten auf, die Verfolgung und Diskriminierung von Wehrdienstverweigerern zu beenden;