e) de ontwikkeling van nauwere betrekkingen tussen de begunstigde landen onderling en tussen deze landen en de Europese Unie, alsmede tussen deze landen en de kandidaat-lidstaten, in coördinatie met de andere instrumenten voor de grensoverschrijdende, transnationale en transregionale samenwerking met derde landen.
e) dem Aufbau engerer Beziehungen zwischen den Empfängerländern untereinander sowie zwischen diesen und der Europäischen Union beziehungsweise den EU-Beitrittsländern, und zwar in Abstimmung mit den übrigen Instrumenten, die auf die grenzüberschreitende, transnationale und transregionale Zusammenarbeit mit Drittländern abzielen.