4. Bij beschadiging, slechte werking, verlies of diefstal van de bestuurderskaart moet de bestuurder bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft binnen zeven kalenderdagen om vervanging van de kaart verzoeken.
(4) Bei Beschädigung, Fehlfunktion, Verlust oder Diebstahl der Fahrerkarte muss der Fahrer bei den zuständigen Behörden des Mitgliedstaats, in dem er seinen gewöhnlichen Wohnsitz hat, binnen sieben Kalendertagen die Ersetzung der Karte beantragen.