5. Indien de betrokken toezichthoudende autoriteiten een gezamenlijk besluit hebben genomen als bedoeld in lid 2, doet de toezichthoudende autoriteit die aan de dochteronderneming een vergunning heeft verleend, aan de aanvrager het besluit toekomen dat een volledige opgaaf van redenen bevat. Het gezamenlijk besluit wordt als definitief erkend en door de toezichthoudende autoriteiten van de betrokken lidstaten toegepast.
(5) Haben die betroffenen Aufsichtsbehörden die in Absatz 2 genannte gemeinsame Entscheidung erzielt, so übermittelt die Aufsichtsbehörde, die das Tochterunternehmen zugelassen hat, dem Antragsteller die Entscheidung mit einer ausführlichen Begründung.