« Schenden de artikelen 193, 194, 195, 196, 197, de artikelen 189 en 222, het
hoofdstuk XXV en de daarin ondermeer opgenomen artikelen 267 t/m 272, 279 t/m 284 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 tot coördinatie van de algemene bepaling
en inzake douane en accijnzen, bekrachtigd bij artikel 1 van de wet van 6 juli 1978, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten [van] de mens, de artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet, doordat zij [ten aanzien van] de st
...[+++]rafvordering en de strafrechtspleging inzake Douane [en] Accijnzen, in tegenstelling met de strafvordering en de strafrechtspleging in het algemeen, geen onafhankelijkheid waarborgen aan de verdachte, gezien de Administratie der Douane en Accijnzen inzake misdrijven inzake douane en accijnzen tegelijk optreedt als :« Verstossen die Artikel 193, 194, 195, 196, 197, die Artikel 189 und 222,
Kapitel XXV und die darin u.a. enthaltenen Artikel 267 bis 272, 279 bis 284 des königlichen Erlasses vom 18. Juli 1977 zur Koordinierung der allgemeinen Zoll- und Akzisenbestimmungen, bestätigt durch Artikel 1 des Gesetzes vom 6. Juli 1978, in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Mensch
enrechtskonvention, gegen die Artikel 10 und 11 der belgischen Verfassung, indem sie hinsichtlich der Strafverfolgung und des Strafverfahrens in bezug auf Zoll und Akzisen -
...[+++] im Gegensatz zur Strafverfolgung und zum Strafverfahren im allgemeinen - dem Beschuldigten in seinem Verhältnis zur Verwaltung keine Unabhängigkeit gewährleisten, da die Zoll- und Akzisenverwaltung im Falle strafbarer Handlungen auftritt als