5. wijst erop dat de invoering van gemeenschappelijke stabiliteitsobligaties gepaard moeten gaan met maatregelen die zowel een duurzame vermindering van de staatsschuld en structurele hervormingen in de lidstaten alsook een gezond begrotingsbeleid inhouden;
5. weist darauf hin, dass die Einführung von gemeinsamen Stabilitätsanleihen zwingend mit Maßnahmen einhergehen muss, die eine dauerhafte Rückführung der Staatsverschuldung sowie Strukturreformen in den Mitgliedstaaten und eine solide Haushaltspolitik vorsehen;
