28. ben
adrukt dat een goed functionerende interne markt en een evenwichtige sociale markteconomie het sterkste concurrentievoordeel van Europa vormen; merkt op dat de interne markt voor inve
steerders uit derde landen voordelen als gelijke concurrentievoorwaarden en vrij verkeer te bieden heeft, maar dat de toetreding tot de interne markt vergezeld moet gaan van een soortgelijke openheid voor investeerders uit de Unie in derde landen met een ontwikkelde of snel groeiende economie, wat de centrale factor is bij
het aantr ...[+++]ekken van buitenlandse investeringen en de uitbreiding van het handelsverkeer met derde landen; stelt vast dat de beste algemene omkadering voor het Europees bedrijfsleven tot stand moet worden gebracht, o.a. betere regelgeving, goed bestuur, gezonde en eerlijke concurrentie, goed functionerende markten voor risicodragend kapitaal en commercialisering van de resultaten van onderzoek en innovatie; 28. unterstreicht, dass ein reibungslos funktionieren
der Binnenmarkt und eine ausgewogene soziale Marktwirtschaft der stärkste Wettbewerbsvorteil für Europa sind; weist darauf hin, dass der Binnenmarkt Investoren aus Drittländern Vorteile wie gleiche Ausgangsbedingungen und Freizügigkeit bietet, der Zugang zum Binnenmarkt allerdings mit einer vergleichbaren Offenheit von Drittländern – Industrie- und Schwellenländern – für Investoren aus der EU einhergehen sollte, was der Schlüsselfaktor bei dem Bemühen ist, ausländische Investitionen
anzuziehen und den Handel mit Dritt ...[+++]ländern auszuweiten; weist darauf hin, dass Europa zusätzlich die bestmöglichen Rahmenbedingungen für europäische Unternehmen schaffen muss, u. a. bessere Rechtsetzung, verantwortungsbewusstes staatliches Handeln, einen vernünftigen und fairen Wettbewerb, gut funktionierende Märkte für Risikokapital und Vermarktung der Ergebnisse von Forschung und Innovation;