1. herinnert eraan dat uit onderzoeken is gebleken dat hoe lager opgeleid en hoe minder welvarend een burger van de Unie is, hoe waarschijnlijker het is dat hij tegen verdere Europese eenwording gekant is, hetgeen aangeeft dat de Europese gedachte, ondanks alle pogingen tot dusver, vooral bij het goed opgeleide, welgestelde segment van de Europese samenleving aanslaat; beschouwt actieve dialoog tussen de Europese Unie en haar burgers als essentieel voor de realisatie van de beginselen en waarden van het EU-project, maar erkent dat de communicatie tot nu toe niet erg succesvol is geweest;
1. erinnert daran, dass Umfragen zufolge Unionsbürger, je bildungsferner und weniger wohlhabend sie sind, umso mehr dazu neigen, eine fortschreitende europäische Integration abzulehnen, was zeigt, dass der Europagedanke trotz aller bisherigen Bemühungen hauptsächlich die gut ausgebildeten, wohlhabenden Gruppen der europäischen Gesellschaft erreicht; hält den aktiven Dialog zwischen der Europäischen Union und ihren Bürgern für wesentlich für die Verwirklichung der Grundsätze und Werte des EU-Projekts; erkennt jedoch an, dass die Kommunikation bislang nicht sonderlich erfolgreich war;