De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van het verschil in behandeling dat de voormelde bepalingen teweegbrengen tussen de bela
stingplichtigen met kinderen ten laste, naargelang die belastingplichtigen uit de echt gescheiden echtgenoten of weduwen o
f weduwnaars zijn : terwijl artikel 143, 6°, bepaalt dat het bedrag aan onderhoudsuitkeringen dat aan de kinderen van de
eerstgenoemden ten goede komt ...[+++], niet in aanmerking wordt
genomen om het bedrag van de bestaansmiddelen vast te stellen
die die kinderen genieten en op grond waarvan zij al dan niet als kind ten laste in de zin van artikel 136 van het WIB 1992 kunnen worden erkend en zij het hun ouders aldus a
l dan niet mogelijk maken de in artikel 132 van hetzelfde Wetboek bedoelde belastingvrijstelling voor personen ten laste te genieten, voorziet hetzelfde artikel 143, 6°, niet in een dergelijke regeling voor de bedragen van de wezenrenten die ten goede komen aan de kinderen van belastingplichtigen die weduwe of weduwnaar zijn, die bijgevolg niet over dezelfde mogelijkheden inzake belastingvrijstelling beschikken.
Die präjudizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit des durch die vorerwähnten Bestimmungen eingeführten Behandlungsunterschieds zwischen Steuerpflichtigen mit Kindern zu Las
ten, je nachdem, ob diese Steuerpflichtigen geschieden oder verwitwet seien, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung; während Artikel 143 Nr. 6 bestimme, dass der Betrag der Unterhaltsleistungen für die Kinder der Erstgenannten nicht berücksichtigt werde bei der Bestimmung des Betrags der Existenzmittel, über die diese Kinder verfügten und aufgrund de
ren sie als Kind zu Lasten ...[+++] im Sinne von Artikel 136 des EStGB 1992 berücksichtigt werden könnten oder nicht, und es somit ihren Eltern ermöglichen könnten oder nicht, in den Genuss der Steuerbefreiung für Personen zu Lasten im Sinne von Artikel 132 desselben Gesetzbuches zu gelangen, sehe derselbe Artikel 143 Nr. 6 nichts davon für die Beträge der Waisenrenten zugunsten der Kinder von verwitweten Steuerpflichtigen vor, die folglich nicht über die gleiche Möglichkeit der Steuerbefreiung verfügten.