8. Indien de bevoegde autoriteit van die
andere lidstaat de goedkeuring overeenkomstig lid 3 van dit artikel weigert en de stamboekvereniging of fokkerijgroepering die dat fokprogramma wil uitvoeren in die
andere lidstaat om heroverweging van die weigering verzoekt, werken de bevoegde autoriteit van die
andere lidstaat en de bevoegde autoriteit die de stamboekvereniging of
fokkerijgroepering overeenkomstig artikel 4, lid 3, heeft erkend, samen met betrekking tot dat verzoe
...[+++]k om heroverweging.
(8) Verweigert die zuständige Behörde dieses anderen Mitgliedstaats gemäß Absatz 3 die Genehmigung und beantragt der Zuchtverband oder das Zuchtunternehmen, das dieses Zuchtprogramm in dem anderen Mitgliedstaat durchzuführen beabsichtigt, eine Überprüfung dieser Verweigerung, arbeiten die zuständige Behörde dieses anderen Mitgliedstaats und die zuständige Behörde, die den Zuchtverband oder das Zuchtunternehmen gemäß Artikel 4 Absatz 3 anerkannt hat, bei dieser Überprüfung zusammen.