De Commissie herinnert er echter aan dat de overeenkomst van september 1995 ongebruikelijke bepalingen bevatte met betrekking tot de betaling van de aankoopprijs: de aankoopprijs van 8,1 miljard GRD (24 miljoen EUR) zou door de werknemers niet onmiddellijk worden betaald, maar zou na een aflossingsvrije periode van twee jaar worden betaald in dertien jaarlijkse termijnen, ofwel van 1998 tot en met 2010.
Die Kommission ruft gleichwohl in Erinnerung, dass der im September 1995 unterzeichnete Vertrag ungewöhnliche Bestimmungen in Bezug auf die Zahlung des Verkaufspreises enthielt: Der Verkaufspreis in Höhe von 8,1 Mrd. GRD (24 Mio. EUR) sollte von den Beschäftigten nicht sofort, sondern nach einer zweijährigen Karenzfrist in 13 jährlichen Raten, also zwischen 1998 und 2010 abbezahlt werden.