4. Als bij een grensoverschrijdende aanvraag minstens één lidstaat en minstens één derde land betrokken zijn, geldt de in artikel 38 van Verordening (EG) nr. 479/2008 bedoelde inleidende nationale procedure in alle betrokken lidstaten.
(4) Betrifft ein grenzübergreifender Antrag mindestens einen Mitgliedstaat und mindestens ein Drittland, so wird das nationale Vorverfahren gemäß Artikel 38 der Verordnung (EG) Nr. 479/2008 in allen betreffenden Mitgliedstaaten angewendet.