Deze richtlijn vormt tevens een aanvulling op het Kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties, dat voorziet in een mechanisme voor de grensoverschrijdende erkenning en tenuitvoerlegging van definitieve beslissingen betreffende geldboeten, onder meer voor verkeersovertredingen.
Daneben ergänzt sie den Rahmenbeschluss 2005/214/JI des Rates über die Anwendung des Grundsatzes der gegenseitigen Anerkennung von Geldstrafen und Geldbußen, der einen Mechanismus für die grenzübergreifende Anerkennung und Vollstreckung rechtskräftig verhängter Geldstrafen, u. a. für Verkehrsdelikte, vorsieht.