3. spreekt zijn bezorgdheid over deze zaak
uit en herhaalt nogmaals dat de universele mensenrecht
en van de 52 mannen moeten worden geëerbiedigd, nl. het recht op een eerlijk proces, vrijheid van denken, geweten en godsdienst, het recht op vrijwaring van foltering of wrede of onmenselijke behandeling, het recht op privacy en het recht op gelijkheid voor de wet en verwijst naar artikel 14, lid 7 van het internationaal verdrag inzake burger- en politieke rechten dat bepa
alt dat niemand een tweede ...[+++] maal mag worden vervolgd of veroordeeld wegens een misdrijf waarvoor hij of zij al definitief is veroordeeld of vrijgesproken overeenkomstig de wet en het strafrecht van elk land; 3. bringt seine Besorgnis zum Ausdruck und bekräftigt erneut, dass für die 52 Männer die universalen Menschenrechte gelten müssen, namentlich das Recht auf eine faire Verhandlung, das Recht auf Gedanken-, Gewissens- und Religionsfreiheit, das Recht auf Schutz vor Folter und grausamer und unmenschlicher Behandlung, das Recht auf Privatsphäre und das Recht auf Gleichheit vor dem Gesetz, und verweist erneut auf Artikel 14 Absatz 7 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rech
te, wonach „niemand wegen einer strafbaren Handlung, wegen der er bereits nach dem Gesetz und dem Strafverfahrensrecht des jeweiligen L
andes rech ...[+++]tskräftig verurteilt oder freigesprochen worden ist, erneut verfolgt oder bestraft werden darf“;