f) In de groeiperiode na de invoer moeten de verantwoordelijke officiële instanties van de lidstaat waar de planten worden uitgeplant, op passende tijden een adequaat percentage van de planten op de onder d) bedoelde bedrijven visueel inspecteren op schadelijke organismen of door schadelijke organismen veroorzaakte symptomen. Op basis van deze visuele inspectie moeten alle schadelijke organismen die tekenen of symptomen hebben veroorzaakt, aan de hand van passende tests worden geïdentificeerd.
f) während der auf die Einfuhr folgenden Vegetationsperiode wird ein angemessener Prozentsatz der Pflanzen von den zuständigen amtlichen Stellen des Mitgliedstaats, in dem die Pflanzen angepflanzt wurden, zu geeigneten Zeitpunkten in den Betrieben nach Buchstabe d) visuell auf Schadorganismen oder von Schadorganismen hervorgerufene Anzeichen oder Symptome untersucht. Zur Identifizierung der Schadorganismen, die die visuell festgestellten Anzeichen oder Symptome verursacht haben, sind geeignete Tests durchzuführen.