7. constateert dat de ene financieringswijze niet boven de andere moet worden voorgetrokken (zoals in het Groenboek gebeurt waarin fiscale en overheidssteun als enige financieringsmethoden worden genoemd) en dat het voortbestaan van de huidige solidariteitssystemen moet worden gegarandeerd; wijst erop dat op het gebied van investeringen met openbare middelen een langetermijnvisie noodzakelijk is en dat de DAB gefinancierd moeten worden op een wijze die hun kwaliteit, toegankelijkheid en duurzaamheid waarborgen;
7. stellt fest, dass keine Finanzierungsart zum Nachteil einer anderen begünstigt werden darf (was der Fall ist im Grünbuch, das sich darauf beschränkt, die steuerlichen Beihilfen und die staatlichen Beihilfen als mögliche Mechanismen zu erwähnen) und die Kontinuität der bestehenden Solidaritätssysteme ermöglicht werden muss; verweist darauf, dass bei den Investitionen von öffentlichen Mitteln langfristig geplant werden muss und die DAI so finanziert werden müssen, dass ihre Qualität, ihre Zugänglichkeit und ihre Dauerhaftigkeit gewährleistet sind;