Hieruit vloeit voort dat, wanneer de gere
chtelijke en politieoverheden beschikke
n over elementen op grond waarvan een persoon ervan kan
worden verdacht te hebben deelgenomen aan een misdrijf met betrekking tot hetwelk zij een onderzoek voeren, die persoon moet worden beschouwd als ee
n persoon « die wegens een straf ...[+++]baar feit wordt vervolgd » en derhalve de rechten moet kunnen genieten die deel uitmaken van het recht op een eerlijk proces.
Daraus ergibt sich, sobald die Justiz- und Polizeibehörden über Elemente verfügen, aufgrund deren eine Person verdächtigt werden kann, an einer Straftat beteiligt gewesen zu sein, in der sie ermitteln, dass diese Person als « Angeklagter » anzusehen ist und folglich die Rechte geniessen muss, die zu dem Recht auf ein faires Verfahren gehören.