Het HvJ bepaalde ook dat deze bevoegdheid moet worden uitgeoefend tegen de achtergrond van artikel 7 en artikel 24, leden 2 en 3, van het Handvest, op grond waarvan de lidstaten de verzoeken om gezinshereniging moeten onderzoeken met het belang van het kind en de bevordering van het gezinsleven in gedachten[40].
Der EuGH führte ferner aus, dass diese Möglichkeit nach Maßgabe von Artikel 7 und Artikel 24 Absätze 2 und 3 der Charta wahrzunehmen ist, wonach die Mitgliedstaaten Anträge auf Familienzusammenführung im Interesse der betroffenen Kinder und im Hinblick auf die Förderung des Familienlebens prüfen müssen[40].