« Enerzijds weet de verpachter dat hij een pachtovereenkomst van lange duur afsluit waaraan tussentijds geen einde kan worden gemaakt, maar tegelijkertijd weet hij dat na het verstrijken van 27 jaar de goederen vrijkomen zonder enige compensatie. Anderzijds weet de pachter dat hij gedurende deze periode geen onverwachte grondaankoop moet verrichten en dat hij bedrijfsinvesteringen op lange termijn kan uitvoeren » (ibid., p. 39).
« Einerseits weiß der Verpächter, dass er einen Pachtvertrag von langer Dauer abschließt, der in der Zwischenzeit nicht beendet werden kann, doch gleichzeitig weiß er, dass die Güter nach Ablauf von 27 Jahren automatisch und ohne den geringsten Ausgleich wieder frei werden. Andererseits weiß der Pächter, dass er während dieses Zeitraums keinen unerwarteten Kauf von Land tätigen muss und dass er langfristige Betriebsinvestitionen vornehmen kann » (ebenda, S. 39).