1. Indien een lidstaat, op basis van een uitvoerige motivering, constateert dat een type band, of een type voertuig, hoewel het voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn, gevaar oplevert voor de veiligheid, kan deze lidstaat het op de markt brengen van dit product op zijn grondgebied tijdelijk verbieden of aan bijzondere voorwaarden onderwerpen.
(1) Stellt ein Mitgliedstaat gestützt auf eine ausführliche Begründung fest, dass ein Reifentyp oder ein Fahrzeugtyp trotz Einhaltung der Vorschriften dieser Richtlinie eine Gefahr darstellt, so kann er das Inverkehrbringen dieses Erzeugnisses auf seinem Hoheitsgebiet vorläufig untersagen oder besonderen Bedingungen unterwerfen.