Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het instellen van onderzoek naar of vervolging wegens de in de artikelen 1 en 2 bedoelde gedragingen, ten minste in de ernstigste gevallen, indien de gedraging op zijn grondgebied is begaan, niet afhankelijk is van aangifte of beschuldiging door het slachtoffer van de gedraging.
Jeder Mitgliedstaat trifft die Maßnahmen, die erforderlich sind, um sicherzustellen, dass die Ermittlungen bei Handlungen nach den Artikeln 1 und 2 oder deren strafrechtliche Verfolgung zumindest in den schwerwiegendsten Fällen, in denen die Handlung in seinem Hoheitsgebiet begangen wurde, nicht davon abhängig gemacht werden, ob ein Opfer Anzeige erstattet oder Klage erhebt.