16. benadrukt dat de beoordeling van het personeel grondige scholing vereist, dat deze beoordeling in een sfeer van vertrouwelijkheid moet plaatsvinden en dat jaarlijkse voortgangsgesprekken tussen de beoordeelde en het verantwoordelijke afdelingshoofd er deel van moeten uitmaken;
16. unterstreicht, dass die Beurteilung des Personals eine beträchtliche Vorbildung erfordert, in einem freundschaftlichen Klima erfolgen muss und dazu eine jährliche entwicklungsorientierte Aussprache zwischen den Beurteilten und den zuständigen Vorgesetzten gehört;