Traduction de «grondwet betreft de denkpauze nu achter » (Néerlandais → Allemand) :

Zoals u al zei, ligt wat de Grondwet betreft de denkpauze nu achter ons. Het is nu tijd om te onderhandelen, en binnenkort zal de tijd aanbreken om knopen door te hakken.
Sie sagten, dass im Hinblick auf den Verfassungsvertrag die Zeit des Nachdenkens vorüber und die Zeit für Verhandlungen gekommen sei und dass bald die Zeit der Entscheidung kommen werde.

Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 47sexies van het Wetboek van strafvordering, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, nu observaties kunnen plaatsvinden zonder dat de rechtsonderhorige weet hoe verstrekkend en omvattend die kunnen zijn en zonder dat de personen die zijn belast met de uitvoering van de observatie geleid en beperkt worden door enig wettelijk kader dat controleerbaar is door onafhankelijke en onpartijdige magistraten, terwijl de rechtsonderhorige, voor wat de infiltratie betreft, kennis heeft van hoe verstrekkend en omvattend die kan zijn en ook de garantie heeft dat diegenen die met de uitvoering van de infiltratie zijn belast dienen te handelen binnen een wettelijk kader dat controleerbaar is door onafhankelijke en onpartijdige magistraten.
Mit der zweiten präjudiziellen Frage wünscht der vorlegende Richter vom Hof zu erfahren, ob Artikel 47sexies des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstosse, da Observationen stattfinden könnten, ohne dass der Rechtsunterworfene wisse, wie weitgehend und umfassend sie sein könnten, und ohne dass die mit der Durchführung der Observation beauftragten Personen durch irgendeinen gesetzlichen Rahmen geleitet und eingeschränkt würden, der durch unabhängige und unparteiische Magistrate kontrollierbar sei, während der Rechtsunterworfene in Bezug auf die Infiltrierung Kenntnis davon habe, wie weitgehend und umfassend diese sein könne, und auch die Garantie habe, dass die mit der Durchführung der Infiltrierung beauftragten Personen innerhalb eines gesetzlichen Rahmens handeln müssten, der durch unabhängige und unparteiische Magistrate kontrollierbar sei.

Met de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 47sexies van het Wetboek van strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, nu observaties kunnen plaatsvinden zonder dat de rechtsonderhorige weet hoe verstrekkend en omvattend die kunnen zijn en zonder dat diegenen belast met de uitvoering van de observatie geleid en beperkt worden door enig wettelijk kader dat controleerbaar is door onafhankelijke en onpartijdige magistraten, terwijl de rechtsonderhorige, voor wat de infiltratie betreft, kennis heeft van hoe verstrekkend en omvattend die kan zijn en ook de garantie heeft dat diegenen die met de uitvoering van de infiltratie zijn belast, dienen te handelen binnen een wettelijk kader dat controleerbaar is door onafhankelijke en onpartijdige magistraten.
Mit der zweiten präjudiziellen Frage wünscht der vorlegende Richter vom Hof zu erfahren, ob Artikel 47sexies des Strafprozessgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstosse, da Observationen stattfinden könnten, ohne dass der Rechtsunterworfene wisse, wie weitgehend und umfassend sie sein könnten, und ohne dass die mit der Durchführung der Observation beauftragten Personen durch irgendeinen gesetzlichen Rahmen geleitet und eingeschränkt würden, der durch unabhängige und unparteiische Magistrate kontrollierbar sei, während der Rechtsunterworfene in Bezug auf die Infiltrierung Kenntnis davon habe, wie weitgehend und umfassend diese sein könne, und auch die Garantie habe, dass die mit der Durchführung der Infiltrierung beauftragten Personen innerhalb eines gesetzlichen Rahmens handeln müssten, der durch unabhängige und unparteiische Magistrate kontrollierbar sei.

Wat de Grondwet betreft, lijkt het debat nu het terrein van de verbeelding te betreden.
Was die Verfassung anbelangt, scheint die Debatte langsam ins Reich der Fantasie abzugleiten.

Wat de tweede prejudiciële vraag betreft, wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 1022, laatste lid, van het Gerechtelijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, nu het aan een partij het recht ontzegt om haar werkelijke kosten van juridische bijstand volledig te recupereren, terwijl een partij van wie de schade bestaat uit andere elementen dan advocatenkosten, een volledige vergoeding kan verkrijgen van de door haar gemaakte kosten.
In Bezug auf die zweite präjudizielle Frage möchte der vorlegende Richter vom Hof erfahren, ob Artikel 1022 letzter Absatz des Gerichtsgesetzbuches gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, verstosse, da er einer Partei das Recht entziehe, ihre tatsächlichen Kosten für den rechtlichen Beistand vollständig zurückzufordern, während eine Partei, deren Schaden aus anderen Elementen als den Rechtsanwaltskosten bestehe, eine vollständige Erstattung der ihr entstandenen Kosten erhalten könne.

« Maakt de ongelijke behandeling van enerzijds de gefailleerde die zich kan beroepen op artikel 16, § 4, [lees : 16, vierde lid] Faillissementswet en anderzijds de personen in collectieve schuldenregeling een schending uit van de artikelen 11 en 12 [lees : 10 en 11] van de Grondwet, nu de wetgeving op de collectieve schuldenregeling (artikel 1675 Gerechtelijk Wetboek), noch enige andere wetgeving enige uitzondering voorziet voor wat betreft het in de boedel vallen van schadevergoedingen ?
« Stellt die Ungleichbehandlung des Konkursschuldners, der sich auf Artikel 16 § 4 [zu lesen ist: 16 Absatz 4] des Konkursgesetzes berufen kann, einerseits und der Personen bei einer kollektiven Schuldenregelung andererseits einen Verstoss gegen die Artikel 11 und 12 [zu lesen ist: 10 und 11] der Verfassung dar, nachdem weder die Rechtsvorschriften über die kollektive Schuldenregelung (Artikel 1675 des Gerichtsgesetzbuches) noch irgendwelche anderen Rechtsvorschriften eine Ausnahme vorsehen, was die Aufnahme der Schadensersatzleistungen in die Masse betrifft?

- (FI) Mijnheer de Voorzitter, nu wij ons voorbereiden op de zitting in Genève, moeten wij constateren dat de wereld wat de mensenrechten betreft een zwaar jaar achter de rug heeft.
– (FI) Herr Präsident! Wir bereiten uns zurzeit auf die Sitzung in Genf vor, und es ist festzustellen, dass in der Frage der weltweiten Menschenrechte ein schwieriges Jahr hinter uns liegt.

Nu heeft de meest representatieve Europese instelling de historische verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het verworven constituerend goed niet teloor gaat, en dat de denkpauze die nu voor de Grondwet is ingelast, niet de aanloop wordt tot vergetelheid.
Jetzt obliegt dem europäischen Organ mit dem höchsten Repräsentationsgrad die historische Verantwortung, den Verfassungsbestand nicht zu zerpflücken und dafür Sorge zu tragen, dass während der Denkpause über die Verfassung diese dabei nicht auf der Strecke bleibt.

Een dergelijke « wettelijke basis » is overigens overbodig nu de Grondwet zelf, wat de ambtenaren bij het algemeen bestuur betreft, en de organieke wetten, wat de personeelsleden van andere openbare instellingen betreft, de Koning machtigen om het pecuniair statuut van het overheidspersoneel vast te stellen en derhalve om het bedrag van de premie te bepalen.
Eine solche « gesetzliche Grundlage » ist im übrigen überflüssig, da die Verfassung selbst hinsichtlich der Beamten der allgemeinen Verwaltung und die organisierenden Gesetze hinsichtlich der Personalmitglieder der anderen öffentlichen Einrichtungen den König ermächtigen, das Besoldungsstatut der Bediensteten des öffentlichen Dienstes festzulegen und somit den Betrag der Prämie zu bestimmen.