Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Lees meerderjarig
Van zijn

Traduction de «grondwet eventueel samen » (Néerlandais → Allemand) :

« Schendt artikel 325/7 § 1, vijfde lid van het Burgerlijk Wetboek artikel 10 en 11 van de Grondwet eventueel samen gelezen met artikel 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met het Verdrag voor de rechten van het Kind, doordat het een ongelijkheid in het leven roept tussen de betwisting van de erkenning door de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist en die onverwijld kennis heeft kunnen nemen van de erkenning van het kind door een andere vrouw, en de betwisting van de erkenning door de vrouw die het meemoederschap van het kind opeist en die pas later kennis heeft kunnen ne ...[+++]

« Verstößt Artikel 325/7 § 1 Absatz 5 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und mit dem Übereinkommen über die Rechte des Kindes, indem er eine Ungleichheit einführt zwischen der Anfechtung der Anerkennung durch die Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich des Kindes für sich in Anspruch nimmt und unverzüglich Kenntnis von der Anerkennung des Kindes durch eine andere Frau erlangen konnte, und der Anfechtung der Anerkennung durch die Frau, die die Mitmutterschaft hinsichtlich d ...[+++]


Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging a. Bij vonnis van 27 maart 2014 in zake V. D. tegen P.K. en Mr. A. Bracke in haar hoedanigheid van voogd ad hoc over M.D., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 14 april 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet eventueel samen gelezen met artikel ...[+++]

Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren a. In seinem Urteil vom 27. März 2014 in Sachen V. D. gegen P.K. und RÄin A. Bracke in deren Eigenschaft als Ad-hoc-Vormundin von M.D., dessen Ausfertigung am 14. April 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Gent folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 330 § 1 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung, gegeben ...[+++]


2. Schendt art. 318, § 1, BW, artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met art. 8 EVRM, doordat de vordering tot betwisting van vaderschap niet kan worden toegelaten als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot [van zijn] moeder, in zoverre de kinderen reeds minderjarig [lees : meerderjarig] zijn, de wettelijke vader overleden is, de biologisch beweerde vader overleden is, de nalatenschap van de wettelijke vader reeds werd vereffend en de kinderen hun aandeel hebben genomen in de nalatenschap van hun wettelijke vader ?

2. Verstößt Artikel 318 § 1 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem die Vaterschaftsanfechtungsklage nicht annehmbar ist, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Ehemannes seiner Mutter hat, insofern die Kinder bereits minderjährig [zu lesen ist: volljährig] sind, der gesetzliche Vater verstorben ist, der angebliche biologische Vater verstorben ist, der Nachlass des gesetzlichen Vaters bereits liquidiert wurde und die Kinder ihren Anteil am Nachlass ihres gesetzlichen Vaters in Anspruch genommen haben?


« Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat de vordering tot betwisting van de erkenning niet ontvankelijk is als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner ?

« Verstösst Artikel 330 § 1 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem die Klage auf Anfechtung der Anerkennung nicht zulässig ist, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Anerkennenden hat?


2. Schendt art. 318, § 1, BW, artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met art. 8 EVRM, doordat de vordering tot betwisting van vaderschap niet kan worden toegelaten als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de echtgenoot [van zijn] moeder, in zoverre de kinderen reeds minderjarig [lees : meerderjarig] zijn, de wettelijke vader overleden is, de biologisch beweerde vader overleden is, de nalatenschap van de wettelijke vader reeds werd vereffend en de kinderen hun aandeel hebben genomen in de nalatenschap van hun wettelijke vader ?

2. Verstösst Artikel 318 § 1 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, indem die Vaterschaftsanfechtungsklage nicht annehmbar ist, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Ehemannes seiner Mutter hat, insofern die Kinder bereits minderjährig [zu lesen ist: volljährig] sind, der gesetzliche Vater verstorben ist, der angebliche biologische Vater verstorben ist, der Nachlass des gesetzlichen Vaters bereits liquidiert wurde und die Kinder ihren Anteil am Nachlass ihres gesetzlichen Vaters in Anspruch genommen haben?


« Schendt artikel 330, § 1, van het Burgerlijk Wetboek artikel 22 van de Grondwet, eventueel samen gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat de vordering tot betwisting van de erkenning niet ontvankelijk is als het kind bezit van staat heeft ten aanzien van de erkenner ?

« Verstösst Artikel 330 § 1 des Zivilgesetzbuches gegen Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten, indem die Klage auf Anfechtung der Anerkennung nicht zulässig ist, wenn das Kind den Besitz des Standes hinsichtlich des Anerkennenden hat?




D'autres ont cherché : grondwet eventueel samen     grondwet     eventueel     eventueel samen     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'grondwet eventueel samen' ->

Date index: 2024-07-23
w