Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
BFV
Constitutioneel Verdrag
Constitutionele wet
De rechten schenden
De wet schenden
Dienst voor de Bescherming van de Grondwet
Een verzameling schenden
Ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd
Europese Grondwet
Grondwet
Hervorming van de grondwet
Herziening van de grondwet
Kleine grondwet
Naleving van de grondwet garanderen
Naleving van de grondwet verzekeren
Schenden
Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa

Traduction de «grondwet schenden » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
naleving van de grondwet verzekeren | ervoor zorgen dat de grondwet wordt nageleefd | naleving van de grondwet garanderen

Einhaltung der Verfassung sicherstellen


herziening van de grondwet [ hervorming van de grondwet ]

Verfassungnderung [ Verfassungsreform ]


Europese Grondwet [ Constitutioneel Verdrag | Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa ]

Europäische Verfassung [ Verfassungsvertrag | Vertrag über eine Verfassung für Europa ]


grondwet [ constitutionele wet ]

Verfassung [ Verfassungsgesetz ]












Dienst voor de Bescherming van de Grondwet | BFV [Abbr.]

Bundesamt für Verfassungsschutz | BFV [Abbr.]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
In het tweede middel in de zaak nr. 6261, het tweede onderdeel van het enige middel in de zaken nrs. 6283, 6284, 6285 en 6286, en het derde middel in de zaken nrs. 6289, 6290, 6291, 6292, 6293 en 6297 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen artikel 23 van de Grondwet schenden, doordat de afschaffing van de diplomabonificatie het beschermingsniveau van de werknemers in de publieke en de onderwijssector aanzienlijk zou verminderen, zonder dat daarvoor een reden van algemeen belang bestaat.

Im zweiten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6261, im zweiten Teil des einzigen Klagegrunds in den Rechtssachen Nrn. 6283, 6284, 6285 und 6286 und im dritten Klagegrund in den Rechtssachen Nrn. 6289, 6290, 6291, 6292, 6293 und 6297 führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen Artikel 23 der Verfassung verstießen, da die Abschaffung der Diplombonifikation das Schutzniveau der Arbeitnehmer im öffentlichen Sektor und im Unterrichtssektor erheblich verringern würde, ohne dass es dafür einen Grund des Allgemeininteresses gäbe.


In het eerste middel in de zaken nrs. 6289, 6291, 6292 en 6293 voeren de verzoekende partijen, ambtenaren die houder zijn van een universitair diploma (rechten, industrieel ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect) of een hogeschooldiploma (boekhouden), aan dat de artikelen 2, 3 en 6 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en artikel 23 van de Grondwet schenden, doordat zij sommige personeelsleden van de openbare sector een recht op vervroegd pensioen ontzeggen.

Im ersten Klagegrund in den Rechtssachen Nrn. 6289, 6291, 6292 und 6293 führen die klagenden Parteien, Beamte im Besitz eines Universitätsdiploms (Jura, Industrieingenieur und Zivilingenieur-Architekt) oder eines Hochschuldiploms (Buchhaltung), an, dass die Artikel 2, 3 und 6 des angefochtenen Gesetzes gegen den Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung und Artikel 23 der Verfassung verstießen, weil durch sie gewissen Personalmitgliedern des öffentlichen Sektors ein Anspruch auf Vorruhestandspension vorenthalten werde.


Aan het Hof wordt gevraagd of die bepalingen de artikelen 10 en 11 Grondwet schenden in zoverre zij belanghebbende derden niet de mogelijkheid bieden om door de vergunningverlenende overheid te worden gehoord, terwijl dat wel het geval is in het kader van een administratief beroep tegen een beslissing van het college van burgemeester en schepenen over een vergunning die wordt afgegeven volgens de reguliere procedure.

Der Gerichtshof wird gefragt, ob diese Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 Verfassung verstießen, insofern dadurch Interesse habenden Dritten nicht die Möglichkeit geboten werde, von der genehmigungserteilenden Behörde angehört zu werden, während dies wohl der Fall sei im Rahmen einer Verwaltungsbeschwerde gegen eine Entscheidung des Bürgermeister- und Schöffenkollegiums über eine Genehmigung, die nach dem regulären Verfahren erteilt werde.


De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de artikelen 1382, 1383 en 1384 van het Burgerlijk Wetboek, afzonderlijk beschouwd (eerste prejudiciële vraag) of in samenhang gelezen met artikel 136, § 2, van de ZIV-Wet (tweede en derde prejudiciële vraag), de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat zij in de voormelde interpretatie van het Hof van Cassatie tot een verschil in behandeling leiden van zowel de slachtoffers van een schadegeval als van de verzekeringsinstellingen die uitkeringen hebben betaald aan het verzekerde slachtoffer.

Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof erfahren, ob die Artikel 1382, 1383 und 1384 des Zivilgesetzbuches, an sich (erste Vorabentscheidungsfrage) oder in Verbindung mit Artikel 136 § 2 des KIV-Gesetzes (zweite und dritte Vorabentscheidungsfrage), gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, indem sie in der vorerwähnten Auslegung des Kassationshofes zu einem Behandlungsunterschied sowohl für die Opfer eines Schadensfalls als auch für die Versicherungsträger, die dem versicherten Opfer Leistungen ausgezahlt hätten, führten.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De verzoekende partij voert aan dat de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden doordat zij de bedoelde vennootschappen verschillend behandelen naargelang hun boekjaar wel of niet samenvalt met het kalenderjaar.

Die klagende Partei führt an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, indem durch sie die betreffenden Gesellschaften unterschiedlich behandelt würden, je nachdem, ob ihr Geschäftsjahr sich mit dem Kalenderjahr decke oder nicht.


De verzoekende partijen in de zaak nr. 6187 zijn van oordeel dat de betwiste opheffingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden omdat, volgens hen, de nieuwe regeling inhoudelijk niet dezelfde waarborgen bevat als de opgeheven wetgeving, waardoor het gelijkheidsbeginsel junctis het hoorrecht, het recht van inspraak en het zorgvuldigheidsbeginsel, zou zijn geschonden.

Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6187 sind der Auffassung, dass die beanstandeten Aufhebungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, weil ihres Erachtens die neue Regelung inhaltlich nicht die gleichen Garantien enthalte wie die aufgehobenen Rechtsvorschriften, sodass gegen den Gleichheitsgrundsatz in Verbindung mit dem Anhörungsrecht, dem Mitspracherecht und dem Sorgfaltsgrundsatz verstoßen werde.


In het tweede middel voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, al dan niet in samenhang gelezen met het onafhankelijkheidsbeginsel en het onpartijdigheidsbeginsel als algemene beginselen van behoorlijk bestuur en met het artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, doordat een overheidsinstelling de bevoegdheid heeft om toezicht te houden op een sector waarbinnen zij zelf economisch actief is.

Im zweiten Klagegrund führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, gegebenenfalls in Verbindung mit dem Grundsatz der Unabhängigkeit und dem Grundsatz der Unparteilichkeit als allgemeine Grundsätze der guten Verwaltung und mit Artikel 41 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union, indem eine öffentliche Einrichtung die Befugnis habe, einen Sektor zu überwachen, in dem sie selbst wirtschaftlich tätig sei.


Het feit dat artikel 49/1, vierde lid, van de WCO, vanaf de inwerkingtreding van de wet van 27 mei 2013, voorziet in een bijzondere bescherming ten aanzien van sommige schuldvorderingen in de opschorting, in de context van een algemene aanpassing van de WCO, maakt het niet mogelijk te besluiten dat de in het geding zijnde bepalingen, in de versie ervan die van toepassing is voor de verwijzende rechter, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden.

Der Umstand, dass in Artikel 49/1 Absatz 4 des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen seit dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 27. Mai 2013 ein besonderer Schutz für bestimmte aufgeschobene Schuldforderungen im Kontext einer globalen Anpassung des Gesetzes über die Kontinuität der Unternehmen vorgesehen ist, ermöglicht nicht die Schlussfolgerung, dass durch die fraglichen Bestimmungen in ihrer vor dem vorlegenden Richter anwendbaren Fassung die Artikel 10 und 11 der Verfassung missachtet würden.


Met de eerste en de tweede prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat de schuldvordering in de opschorting van een werknemer die wordt ontslagen vóór het vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie opent, op dezelfde wijze als de andere schuldvorderingen in de opschorting en zonder enige beperking kan worden verminderd of onderworpen aan betalingstermijnen, terwijl de houders van schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de opening van de procedure zich bevinden in een situatie die verschilt van die van d ...[+++]

Mit der ersten und der zweiten Vorabentscheidungsfrage möchte der vorlegende Richter erfahren, ob die fraglichen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstießen, insofern die aufgeschobene Schuldforderung eines Arbeitnehmers, der vor dem Urteil zur Eröffnung des Verfahrens der gerichtlichen Reorganisation entlassen worden sei, verringert oder mit Zahlungsfristen verbunden werden könne, ebenso wie die anderen aufgeschobenen Schuldforderungen und ohne Begrenzung, während die anderen Inhaber von aufgeschobenen Schuldforderungen aufgrund von Arbeitsleistungen vor der Eröffnung des Verfahrens sich in einer anderen Situation ...[+++]


Als tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 6138 voeren de verzoekende partijen aan dat de bestreden artikelen artikel 23 van de Grondwet schenden, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en met artikel 25 van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, omdat daardoor het in artikel 23 van de Grondwet vastgelegde recht op de bescherming van de gezondheid van geïnterneerden zou worden geschonden.

In einem zweiten Teil des ersten Klagegrunds in der Rechtssache Nr. 6138 führen die klagenden Parteien an, dass die angefochtenen Artikel gegen Artikel 23 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikeln 10 und 11 und mit Artikel 25 des Übereinkommens über die Rechte von Menschen mit Behinderungen verstießen, da dadurch gegen das in Artikel 23 der Verfassung festgelegte Recht der Internierten auf Gesundheitsschutz verstoßen werde.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'grondwet schenden' ->

Date index: 2024-04-06
w