Voor het overige blijkt niet dat de overgangsbepaling van artikel 5 van de wet van 11 mei 2007 in strijd zou kunnen zijn met artikel 16 of met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, nu het bestreden artikel geen onteigening in de zin van de voormelde grondwetsbepaling inhoudt, noch een inmenging in het eigendomsrecht waarvan de voormelde verdragsbepaling het ongestoord genot waarborgt.
Im Ubrigen ist nicht ersichtlich, dass die Ubergangsbestimmung von Artikel 5 des Gesetzes vom 11. Mai 2007 im Widerspruch zu Artikel 16 oder den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention stehen würde, da der angefochtene Artikel keine Enteignung im Sinne der vorerwähnten Verfassungsbestimmung beinhaltet, und ebenfalls keine Einmischung in das Eigentumsrecht, dessen ungestörten Genuss die vorerwähnte Vertragsbestimmung gewährleistet.