De gemeenschappen hebben de volheid van bevoegdheid tot het regelen van het onderwijs in de ruimste zin van het woord, behalve voor de drie in die grondwetsbepaling vermelde uitzonderingen, die strikt dienen te worden geïnterpreteerd.
Die Gemeinschaften besitzen die gesamte Zuständigkeit für die Regulierung des Unterrichtswesens im weitesten Sinne des Wortes, abgesehen von den drei in dieser Verfassungsbestimmung genannten Ausnahmen, die strikt auszulegen sind.