Bij zijn arrest nr. 10/86 van 30 januari 1986 heeft het Hof geoordeeld dat het criterium van de « exploitatiezetel » in overeenstemming was met de grondwettelijke vereisten aangezien « daar [.] doorgaans de opdrachten en instructies aan het personeelslid [worden] gegeven, [.] hem alle mededelingen [worden] gedaan en [.] hij zich tot zijn werkgever [wendt] » en aangezien « de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen [.] zich normaal in de exploitatiezetel [bevinden] of [.] tenminste daar [kunnen] worden gesitueerd » (8.B.2, vijfde en zesde alinea).
In seinem Urteil Nr. 10/86 vom 30. Januar 1986 hat der Hof erkannt, dass das Kriterium des « Betriebssitzes » den verfassungsmässigen Erfordernissen entspricht, denn in der Regel « werden dort die Aufträge und Anweisungen dem Personalmitglied erteilt, dort werden ihm alle Mitteilungen gemacht und wendet es sich an seinen Arbeitgeber » und die « gesetzlich und verordnungsmässig vorgeschriebenen Akten und Schriftstücke [.] befinden sich normalerweise am Betriebssitz oder können zumindest dort lokalisiert werden » (8.B.2, fünfter und sechster Absatz).