Als we trachten de gedecentraliseerde samenwerking aan een strategisch kader te koppelen stuiten we op verschillende elementen die ook niet duidelijk omschreven zijn, maar die reeds wijzen in de richting van een beleid voor een participerende ontwikkeling, met name het belang dat wordt toegekend aan het principe van toe-eigening, door de partnerlanden, van hun ontwikkelingsstrategieën en van een zo groot mogelijke participatie van alle segmenten van de samenleving, alsook de doelstellingen vermindering van de armoede, en bevordering en participatie van het maatschappelijk middenveld.
Wenn wir versuchen, die dezentralisierte Zusammenarbeit in einen strategischen Rahmen einzufügen, stoßen wir auf der anderen Seite auf verstreute Angaben, für die es ebenfalls keine Definition gibt, die aber in die Richtung einer Politik der Zusammenarbeit für eine partizipative Entwicklung weisen, namentlich „die Bedeutung der Grundsätze der Eigenverantwortung der Partnerländer für ihre jeweilige Entwicklungsstrategie und der auf breitester Grundlage anlegten Beteiligung aller Segmente der Gesellschaft“ und die Ziele der Linderung der Armut, der Förderung und der Beteiligung der Zivilgesellschaft.