16. herinnert eraan dat elektriciteitsnetwerken moeten worden gemoderniseerd en ontwikkeld, met name voor het transport van hernieuwbare energie die wordt geproduceerd in gebieden met een groot potentieel, zoals offshore-windenergie in de Noordzee en zonne-energie in Zuid-Europa, en om de gedecentraliseerde productie van hernieuwbare energie mogelijk te maken;
16. erinnert daran, dass die Stromnetze nachgerüstet und ausgebaut werden müssen, vor allem, damit Energie aus erneuerbaren Quellen transportiert werden kann, die in Gebieten mit einem entsprechend hohen Potenzial – beispielsweise an der Nordsee in Offshore-Windkraftanlagen, in Südeuropa in Sonnenkraftanlagen – gewonnen wird, und um die Voraussetzungen für die Nutzung von dezentral erzeugter Energie aus erneuerbaren Quellen zu schaffen;