26. merkt op dat tussen de landen een grote mate van heterogeniteit in de onderwijs- en opleidingsstelsels bestaat en stelt voor om overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel samen met het voortgangsverslag een gids over elke lidstaat te publiceren waarin aanbevelingen ter verbetering van de bestaande beleidslijnen en ontwikkeling van de nationale onderwijsstelsels zijn opgenomen;
26. weist auf die großen Unterschiede der Bildungs- und Ausbildungssysteme von Land zu Land hin und schlägt unter Achtung des Subsidiaritätsprinzips vor, neben dem Fortschrittsbericht auch einen nützlichen Leitfaden für jeden Mitgliedstaat zu veröffentlichen, der Empfehlungen zur Verbesserung der bestehenden Politik und zur Entwicklung des nationalen Bildungswesens enthält;