Historisch gezien heeft de angst altijd voornamelijk betrekking gehad op twee aspecten: a) een grote instroom van immigranten uit armere landen in de meer welvarende landen, en b) het verlies van banen van onderdanen van het gastland aan de immigranten of, in het betere scenario, een daling van de lonen.
Historisch betrachtet waren Ängste immer mit zwei wesentlichen Aspekten verbunden: starke Einwanderungszuströme aus ärmeren Ländern in die wohlhabenderen Regionen und der Verlust von Arbeitsplätzen für die Bürger der Aufnahmeländer oder, im günstigeren Fall, sinkende Arbeitsentgelte.