84. tekent aan dat er in het speciale verslag van de Rekenkamer het volgende staat: „bijgevolg geven de beschikbare gegevens grote variaties te zien, die lopen van een netto overschot van 390 EUR per afgestane ton in vergelijking met de netto sluitingskosten tot een netto tekort van 226 EUR per ton” en vraagt zich af of de hervorming niet meer gericht had kunnen zijn op het tot een minimum beperken van deze variaties;
84. nimmt zur Kenntnis, dass es laut dem Sonderbericht des Rechnungshofs „große Differenzen gibt, die von einem Nettoüberschuss von 390 Euro je aufgegebener Tonne gegenüber den reinen Schließungskosten bis zu einem Nettoverlust von 226 Euro je Tonne reichen“ , und fragt, ob die Reform so hätte gestaltet werden können, dass diese Differenzen verhindert worden wären;