Zij is grotendeels geschoeid op de leest van het protocol van 3 juni 1971 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke of in handelszaken (hierna te noemen "het protocol van 1971") en van het protocol van 26 mei 1997 betreffende de uitlegging door het Hof van Justitie van het verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van de Europese Unie van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (hierna te noemen "het protocol van 1997").
Er entspricht sehr weitgehend dem Protokoll vom 3. Juni 1971 (nachstehend "Protokoll von 1971" genannt) betreffend die Auslegung des Brüsseler Übereinkommens vom 27. September 1968 über die gerichtliche Zuständigkeit und die Vollstreckung gerichtlicher Entscheidungen in Zivil- und Handelssachen durch den Gerichtshof sowie dem Protokoll vom 26. Mai 1997, mit welchem dem Gerichtshof eine Befugnis zur Auslegung des Übereinkommens über die Zustellung gerichtlicher und außergerichtlicher Schriftstücke in Zivil- und Handelssachen in den Mitgliedstaaten der Europäischen Union eingeräumt wurde (nachstehend "Protokoll von 1997" genannt).
