Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de artikelen 8, 9, 16 en 17 van de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in same
nhang gelezen et de vrijheid van handel en nijverheid zoals gewaarborgd bij artikel 7 van het decreet d'Allarde van 2-17 maart 1791, thans vervangen bij de artikelen II. 3 en II. 4
van het Wetboek van economisch recht, doordat de verplichting tot het in acht nemen van een wekelijkse sluitingsdag niet van toe
...[+++]passing is op bepaalde categorieën van handelaren (eerste en tweede onderdeel van de prejudiciële vraag), enkel van toepassing is op de kleinhandel (derde onderdeel) en een grotere beperking meebrengt voor handelaren die via een fysiek verkooppunt, met rechtstreeks contact met de consument, handel drijven (vierde onderdeel).Befragt der Gerichtshof zur Vereinbarkeit der Artikel 8, 9, 16 und 17 des Gesetzes vom 10. November 2006 über die Öffnungszeiten in Handel, Handwerk und im Dienstleistungsbereich mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit der Handels- und Gewerbefreiheit, gewährleistet durch Artikel 7 des d'Allarde-Dekrets vom 2.-17. März 1791, nunmehr ersetzt durch die Artikel II. 3 und II. 4 des Wirtschaftsgesetzbuches, indem die Verpflichtung zur Einhaltung eines wöchentlichen Ruhetags nicht für bestimmte Kategorien von Kaufleuten gelte (erster und zweiter Teil der Vorabentscheidungsfrage), nur für den Einzelhandel gelte (dritter Teil) und ein
e größere Einschränkung für Kaufleute, d ...[+++]ie über eine materielle Verkaufsstelle mit direktem Kontakt zum Verbraucher Handel betrieben, mit sich bringe (vierter Teil).