Uit de in de overwegingen 154 en 166 beschreven feiten blijkt dat Guinee niet heeft voldaan aan artikel 94, lid 2, onder b), van UNCLOS, waarin is bepaald dat een vlaggenstaat krachtens zijn interne recht jurisdictie moet uitoefenen ten aanzien van elk onder zijn vlag varend vaartuig en ten aanzien van de kapitein, de officieren en de bemanning van dat vaartuig.
Die in den Erwägungsgründen 154 und 166 erläuterten Fakten weisen darauf hin, dass Guinea die Bedingungen des Artikels 94 Absatz 2 Buchstabe b des SRÜ nicht erfüllt hat, nach dem ein Flaggenstaat die Hoheitsgewalt nach seinem innerstaatlichen Recht über jedes seine Flagge führende Schiff sowie dessen Kapitän, Offiziere und Besatzung ausübt.