30. betreurt ten zeerste het ontbreken van een verwijzing naar het milieu in de follow-up van de Europese Voorjaarstop van 2003; wijst nogmaals erop dat de EU de duurzame ontwikkeling in algemene zin moet benaderen, volledig rekening houdend met alle dimensies van dit proces, met inbegrip van de milieudimensie; is van mening dat de Europese Top van Thessaloniki een gemiste kans was met betrekking tot verwezenlijking van
de toezeggingen van Göteborg; spreekt echter zijn waardering uit voor de toezegging een "groene diplomatie" te bevorderen, d.w.z. een Europese diplomatie i
...[+++]nzake milieu en duurzame ontwikkeling.
30. bedauert zutiefst das Fehlen eines Hinweises auf die Umwelt in den Folgemaßnahmen zum Frühjahrsgipfel 2003; verweist erneut darauf, dass die EU bei der nachhaltigen Entwicklung einen globalen Ansatz verfolgen und allen Dimensionen dieses Prozesses, auch der Umwelt, umfassend Rechnung tragen muss; hält den Europäischen Rat von Thessaloniki im Hinblick auf die Erfüllung der Verpflichtungen von Göteborg für eine verpasste Gelegenheit; begrüßt jedoch die Entschlossenheit, eine „Umweltdiplomatie“, d.h. eine europäische Diplomatie im Bereich von Umwelt und nachhaltiger Entwicklung zu fördern;