In zijn advies dat voorafgaat aan de wet van 22 december 1998 « tot wijziging van sommige bepalingen van deel II van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de Hoge Raad voor de Justitie, de benoeming en aanwijzing van magistraten en tot invoering van een evaluatiesysteem », had de Raad van State overigens de vraag gesteld of « geen rechtstreeks beroep tegen de voordracht kan worden ingesteld wanneer die tot gevolg heeft dat een kandidaat definitief wordt uitgesloten » (Parl. St., Kamer, 1997-1998, nr. 1677/2, p. 3, voetnoot).
In seinem Gutachten vor der Annahme des Gesetzes vom 22. Dezember 1998 « zur Abänderung einiger Bestimmungen von Teil II des Gerichtsgesetzbuches über den Hohen Justizrat, die Ernennung und die Bestimmung von Magistraten und zur Einführung eines Bewertungssystems für Magistrate » hatte der Staatsrat im Ubrigen die Frage gestellt, ob « der Vorschlag nicht Gegenstand einer direkten Klage sein könnte, wenn er zur Folge hat, einen Bewerber endgültig auszuschliessen » (Parl. Dok., Kammer, 1997-1998, Nr. 1677/2, S. 3, Fussnote).