Traduction de «handelsmaatregelen die vereist zijn krachtens multilaterale milieuakkoorden » (Néerlandais → Allemand) :

Weliswaar vormt de opname van sociale normen in handelsovereenkomsten nog een zwak punt, maar op milieugebied ziet het ernaar uit dat handelsmaatregelen die vereist zijn krachtens multilaterale milieuakkoorden (MMA) om algemeen als legitiem beschouwde milieudoelstellingen te halen, en die geen verkapte handelsbeperking zijn, tegenwoordig worden gezien als bepalingen die vallen onder de uitzonderingen van artikel XX van de WTO.
Zwar ist die Berücksichtigung der Sozialnormen im Bereich Handel noch recht schwach ausgeprägt, aber im Bereich Umweltschutz werden die Handelsmaßnahmen, die in multilateralen Umweltübereinkommen (MEA) zur Erreichung der im multilateralen Konsens als legitim angesehenen umweltpolitischen Ziele gefordert werden und die kein einfaches verstecktes Handelshemmnis sind, nunmehr wohl als Ausnahmen gemäß Artikel XX des GATT angesehen.

87. merkt op dat de Commissie volgens het in november 2010 tussen de Commissie en het Parlement gesloten kaderakoord eraan moet meewerken dat leden van het Parlement als waarnemers zitting nemen in delegaties van de Unie bij onderhandelingen over multilaterale overeenkomsten; herinnert eraan dat krachtens het Verdrag van Lissabon (artikel 218 VWEU) de goedkeuring van het Parlement vereist is voor overeenkomsten tussen de Unie en derde landen of internationale organisaties;
87. stellt fest, dass gemäß der im November 2010 von der Kommission und dem Parlament geschlossenen Rahmenvereinbarung die Kommission im Fall multilateraler Übereinkommen die Aufnahme von Mitgliedern des Parlaments als Beobachter in die Verhandlungsdelegationen der Union erleichtern muss; weist darauf hin, dass für den Abschluss von Übereinkünften zwischen der Union und Drittländern oder internationalen Organisationen gemäß Artikel 218 AEUV (Vertrag von Lissabon) die Zustimmung des Parlaments erforderlich ist;

85. merkt op dat de Commissie volgens het in november 2010 tussen de Commissie en het Parlement gesloten kaderakoord eraan moet meewerken dat leden van het Parlement als waarnemers zitting nemen in delegaties van de Unie bij onderhandelingen over multilaterale overeenkomsten; herinnert eraan dat krachtens het Verdrag van Lissabon (artikel 218 VWEU) de goedkeuring van het Parlement vereist is voor overeenkomsten tussen de Unie en derde landen of internationale organisaties;
85. stellt fest, dass gemäß der im November 2010 von der Kommission und dem Parlament geschlossenen Rahmenvereinbarung die Kommission im Fall multilateraler Übereinkommen die Aufnahme von Mitgliedern des Parlaments als Beobachter in die Verhandlungsdelegationen der Union erleichtern muss; weist darauf hin, dass für den Abschluss von Übereinkünften zwischen der Union und Drittländern oder internationalen Organisationen gemäß Artikel 218 AEUV (Vertrag von Lissabon) die Zustimmung des Parlaments erforderlich ist;

88. merkt op dat de Commissie volgens de in november 2010 tussen de Commissie en het Parlement gesloten raamovereenkomst eraan moet meewerken dat leden van het Parlement als waarnemers zitting nemen in delegaties van de Unie bij onderhandelingen over multilaterale overeenkomsten; herinnert eraan dat krachtens artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de goedkeuring van het Parlement vereist is voor overeenkomsten tussen de Unie en derde landen of internationale organisaties;
88. stellt fest, dass gemäß dem Rahmenabkommen vom November 2010 zwischen der Kommission und dem Parlament, die Kommission im Fall multilateraler Übereinkommen die Aufnahme von Mitgliedern des Parlaments als Beobachter in die Verhandlungsdelegationen der Union erleichtern muss; weist darauf hin, dass die Zustimmung des Parlaments gemäß Artikel 218 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (Vertrag von Lissabon) für den Abschluss von Abkommen zwischen der Union und Drittländern oder internationalen Organisationen notwendig ist;

78. is van mening dat de EU-delegatie bij de onderhandelingen over klimaatverandering een belangrijke rol vervult, en acht het dan ook onaanvaardbaar dat de leden van het Europees Parlement die van deze delegatie deel uitmaken de EU-coördinatievergaderingen op de vorige Conferentie van de partijen bij de overeenkomst niet konden bijwonen; zoals is overeengekomen in de kaderovereenkomst tussen de Commissie en het Europees Parlement van mei 2005, die in 2009 is vernieuwd en waarin staat dat de Commissie de Europese Gemeenschap vertegenwoordigt, dient de Commissie er op verzoek van het Parlement voor te zorgen dat leden van het Parlement als waarnemers worden opgenomen in delegaties van de Unie die onderhandelen over multilaterale overeenkomsten; herinnert eraan dat krachtens artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de goedkeuring van het Europees Parlement vereist is voor overeenkomsten tussen de Unie en derde landen of internationale organisaties; verwacht dat op zijn minst de voorzitters van de delegatie van het Europees Parlement in staat worden gesteld de EU-coördinatievergaderingen in Cancún bij te wonen;
78. ist der Auffassung, dass die EU-Delegation bei den Verhandlungen über den Klimawandel ein wichtiger Akteur ist, und hält es daher für nicht hinnehmbar, dass bei der letzten Konferenz der Vertragsparteien die Mitglieder des Europäischen Parlaments, die Teil der Delegation waren, nicht an den EU-Koordinierungssitzungen teilnehmen durften; verweist darauf, dass die Kommission aufgrund des mit dem Parlament im Mai 2005 geschlossenen und 2009 neu ausgehandelten Rahmenabkommens in ihrer Eigenschaft als Vertreterin der EU auf Ersuchen des Parlaments die Aufnahme von Mitgliedern des Parlaments als Beobachter in die Verhandlungsdelegationen der EU bei multilateralen Übereinkommen erleichtern muss und dass die Zustimmung des Parlaments gemäß Artikel 218 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union für den Abschluss von Abkommen zwischen der Union und Drittländern oder internationalen Organisationen notwendig ist; erwartet, dass wenigstens die Leiter der Delegation des Parlaments auf der UN-Klimakonferenz in Cancún Zugang zu derartigen Sitzungen erhalten;

-opnieuw stellen dat het handelsbeleid en het milieubeleid elkaar moeten ondersteunen om duurzame ontwikkeling zowel in de context van de WTO als in regionale en interregionale vrijhandelsverdragen te bevorderen, en dat vorderingen inzake handel en milieu bij de werkzaamheden van de WTO en van andere fora noodzakelijk zijn ; en opnieuw stellen dat het multilaterale handelssysteem volgens duidelijke en voorspelbare regels het gebruik van krachtens MEA's genomen handelsmaatregelen mogelijk zou moeten maken, aangezien dergelijke maatregelen nodig kunnen zijn om de doelstellingen van de MEA te bereiken ; opnieuw stellen dat een open multilateraal handelssysteem een effici nter gebruik van de natuurlijke hulpbronnen weliswaar mogelijk maakt, maar dat effici nte milieubeleidsmaatregelen en strategie n voor duurzame ontwikkeling nodig zijn om ervoor te zorgen dat de liberalisering van de handel milieuvoordelen oplevert en dat de uit de handel voortspruitende groei duurzaam is ; opnieuw stellen dat de liberalisering van de handel bevorderlijk kan zijn voor de economische ontwikkeling, vooral van de ontwikkelingslanden, en voor een grotere integratie van die landen in de wereldeconomie, en dat staten moeten vermijden milieuredenen aan te voeren voor handelsbeperkingen die voor protectionistische doeleinden worden ingesteld ;
-Es ist zu bekr ftigen, da Handel und Umweltpolitik sich gegenseitig unterst tzen m ssen, damit die nachhaltige Entwicklung sowohl im Rahmen der WTO als auch im Rahmen regionaler und interregionaler Freihandelsvereinbarungen gest rkt wird, da bei den Arbeiten der WTO und anderer Gremien Fortschritte in bezug auf Handel und Umwelt erzielt werden m ssen und da in das multilaterale Handelssysstem - unter klaren und vorhersehbaren Regeln - die Anwendung von Handelsma nahmen, die im Rahmen der multilateralen Umweltschutz bereinkommen getroffen werden, eingebettet sein sollte, da derartige Ma nahmen erforderlich sein k nnen, um die Ziele der multilateralen Umweltschutz bereinkommen zu verwirklichen. Ferner sollte bekr ftigt werden, da ein offenes multilaterales Handelssystem zwar eine effizientere Nutzung nat rlicher Ressourcen erm glicht, zugleich aber wirksame Umweltpolitiken und Strategien der nachhaltigen Entwicklung erforderlich sind, damit sichergestellt wird, da die Liberalisierung des Handels Nutzen f r die Umwelt mit sich bringt und das durch den Handel bedingte Wachstum nachhaltig ist. Es sollte bekr ftigt werden, da die Liberalisierung des Handels die wirtschaftliche Entwicklung insbesondere von Entwicklungsl ndern und deren st rkere Integration in die Weltwirtschaft f rdern kann und da Staaten es vermeiden sollten, auf dem Umweltschutz beruhende Handelsbeschr nkungen f r protektionistische Zwecke einzusetzen.

Aan de regelingen inzake textiel en kledingprodukten komt een einde zodra is vastgesteld dat Turkije de maatregelen, waarvan de vaststelling krachtens dit besluit vereist is, in werking heeft doen treden op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendom (artikelen 2, 3, 4, 5 van bijlage 9), mededinging met inbegrip van de maatregelen betreffende overheidssteun (Hoofdstuk IV, Deel II, artikel 39, lid 1 en 2 a), b) en c)), en dat Turkije overeenkomstig de nu geldende multilaterale regels, de vereiste maatregelen heeft genomen voor de aanpassing van zijn handelsbeleid aan dat van de Gemeenschap in de textielsector, met name de in deel III, artikel 12, lid 2, opgenomen regelingen en overeenkomsten.
Die Vereinbarungen für den Handel mit Textilwaren und Bekleidung treten außer Kraft, sobald feststeht, daß die Türkei die Maßnahmen hinsichtlich des geistigen, gewerblichen und kommerziellen Eigentums (Anhang 8 Artikel 2, 3, 4 und 5) und des Wettbewerbs insbesondere der staatlichen Beihilfen (Kapitel IV Abschnitt II Artikel 39 Absatz 1 und Absatz 2 Buchstaben a), b) und c) durchgeführt hat, deren Erlaß nach diesem Beschluß erforderlich ist, und daß die Türkei im Einklang mit den zur Zeit geltenden multilateralen Regeln die Maßnahmen getroffen hat, die zur Angleichung ihrer Handelspolitik im Textilsektor an die der Gemeinschaft notwendig sind, insbesondere die in Abschnitt III Artikel 12 Absatz 2 genannten Vereinbarungen und Abkommen.