Ook al worden de burgerlijke vennootschappen die niet de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen, bij artikel 5, derde lid, 3°, van het Strafwetboek gelijkgesteld met rechtspersonen, toch moet het geval van een burgerlijke vennootschap in oprichting niet in aanmerking worden genomen aangezien een vennootschap in oprichting inhoudt dat zij bestemd is om rechtspersoonlijkheid te hebben; zulks is evenwel niet het geval wanneer een burgerlijke vennootschap wordt opgericht.
Obwohl die zivilrechtlichen Gesellschaften, die nicht die Form einer Handelsgesellschaft angenommen haben, durch Artikel 5 Absatz 3 Nr. 3 des Strafgesetzbuches mit juristischen Personen gleichgestellt werden, muss der Fall einer in Gründung befindlichen zivilrechtlichen Gesellschaft nicht berücksichtigt werden, da eine in Gründung befindliche Gesellschaft beinhaltet, dass sie dazu bestimmt ist, Rechtspersönlichkeit zu besitzen; dies ist jedoch nicht der Fall, wenn eine zivilrechtliche Gesellschaft gegründet wird.