Daarbij verdelen zij de verschillende handelingen uit het kaderbesluit onder in groepen. Acht lidstaten (Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Roemenië, Slovenië en Slowakije) hebben verzwarende omstandigheden opgenomen voor strafbare feiten die betrekking hebben op grote geldbedragen of die zijn gepleegd binnen een criminele organisatie.
Acht Mitgliedstaaten (Tschechische Republik, Estland, Lettland, Litauen, Ungarn, Rumänien, Slowenien und Slowakei) haben im Falle von Straftaten, bei denen es um eine hohe Geldsumme geht oder die innerhalb einer kriminellen Organisation begangen wurden, erschwerende Umstände vorgesehen.