De Ministerraad betwist de ontvankelijkheid van het beroep en is van mening dat de verzoekende partijen, aangezien zij oorspronkelijk nooit de integrale terugbetaling van de solidariteitsbijdragen hebben geëist, ervan hebben afgezien die integrale terugbetaling te eisen, en dat zij bijgevolg geen belang hebben bij de vernietiging van de artikelen 23 en 24 van de wet van 12 augustus 2000.
Der Ministerrat stellt die Zulässigkeit der Klage in Abrede, indem er der Auffassung ist, dass die klagenden Parteien, die ursprünglich nie die vollständige Erstattung der Solidaritätsbeiträge gefordert hätten, auf diese Forderung verzichtet hätten und folglich kein Interesse an der Beantragung der Nichtigerklärung der Artikel 23 und 24 des Gesetzes vom 12. August 2000 hätten.